droog magazine
HOME   

November 26, 2021, updated 27-09-2023

Arthur Graaff en diens

valse aangifte
 
to index-page Arthur Graaff files | main page

Inleiding | De valse aangifte






Inleiding

Arthur Graaff heeft naar eigen zeggen sinds 2013 ruim veertig aangiftes bij de politie gedaan. Zover bekend hebben die, op één na, nooit tot strafvervolging jegens derden geleid. Maar of deze aangiftes nu al dan niet werkelijk ingediend zijn, ze kunnen niet zonder meer als valse aangiftes worden afgedaan. Het is namelijk goed denkbaar dat Graaff in veel gevallen werkelijk vindt dat iets een misdrijf is. En het is ook denkbaar dat hij zich inbeeldt dat derden hem bedreigd hebben.


Valse aangifte

Iets heel anders is de zaak van 13 december 2015, waar hij, nadat hem de toegang tot een evenement ontzegd was, aangifte van mishandeling deed, terwijl er a. van mishandeling geen sprake was (wat twee surveillerende agenten vaststelden) en b. een politieagent (in zijn vrije tijd) getuige was van het non-incident, en daarvan verslag deed in een proces-verbaal.

Nu geldt het doen van een valse aangifte als een misdrijf.
Artikel 188 in het Wetboek van Strafrecht,  zegt daarover:


"Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het niet gepleegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie."

Anno 2021 is de maximumhoogte van een geldboete van de derde categorie €8.700,-.

https://wetten.overheid.nl/jci1.3:c:BWBR0001854&boek
=Tweede&titeldeel=VIII&artikel=188&z=2018-09-19&g=2018-09-19

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/straffen-en-maatregelen
/vraag-en-antwoord/hoe-hoog-zijn-de-boetes-in-nederland



Vandaar dat we alle verklaringen van politieambtenaren rond de valse aangifte op een rijtje gezet hebben - deze stammen allemaal uit proces verbaal PL0900-2016060739, dat op 26 mei 2016 ontvangen is door de Officier van Justitie Utrecht.   
  

1. Het incident

Op zondag 13 december 2015 vindt in het zalencentrum Expo in Houten de militariabeurs Houten plaats. Omstreeks 09.15 uur ver-schijnen daar Arthur Graaff en zijn metgezel Peter van Griensven.

Omdat Graaff zich bij eerdere militariabeurzen in Huizen hinderlijk had gedragen is hij niet  welkom op deze beurs. Organisator Gaston Vrolings en enkele beursmedewerkers ontzeggen hem dan ook de toegang. Met gespreide armen verhinderen ze dat hij doorloopt. Graaff accepteert dat niet en botst tegen de beursmedewerkers op. Vervolgens proberen ze hem toch uit het pand te verwijderen, tot Graaff zich aan een paal vasthoudt en een elektriciteitskabel lostrekt.

Van dit alles is een politiebrigadier, die als bezoeker in zijn vrije tijd en in burgerkleding, op de beurs aanwezig is, getuige.


Inmiddels zijn twee agenten, belast met noodhulpsurveillance te Houten, gearriveerd. Ze vragen aan zowel Vrolings, als aan Graaff en ook aan de brigadier die als bezoeker aanwezig is, wat er gebeurd is. Het is hen snel duidelijk wat er aan de hand is.

Een van deze twee surveillanceagenten noteert in het proces-verbaal:


"Ik, verbalisant, heb Graaff en Griensven verteld dat zij niet toegelaten werden op de beurs en dat dit rechtmatig was volgens de huisregels van de beurs.

Hierop hoorden wij, verbalisanten, meneer Graaff zeggen dat hij begreep dat hij niet de beurs op mocht. Hierop vroegen wij of hij nog vragen aan ons had. Hierop hoorden wij meneer Graaff zeggen dat hij aangifte wilde doen maar dat hij dat wel in zijn eigen woonplaats deed. Wij vroegen aan hem waarvan hij aangifte wilde doen. Wij hoorden hem zeggen dat hij geduwd is en dat er aan zijn jas getrokken is. Wij legden meneer Graaff uit dat voor een aangifte van mishandeling toch echt pijn en of letsel nodig is.

Hierop heb ik meneer Graaff tot twee maal toegevraagd of hij pijn en of letsel aan het duw of trekwerk overgehouden had. Wij, verbalisanten, hoorden de Graaff tot twee maal toe antwoordden dat hij geen pijn of letsel had. Wij hoorden de Graaff zeggen dat hij wel ging overleggen met zijn advocaat waar hij aangifte van ging doen, "openlijk geweld ofzo" waren zijn letterlijke woorden.

Hierop hebben wij, verbalisanten, de Graaff uitgelegd dat het doen van aangifte zinloos was en dat wij als politie hierdoor veel werk moesten doen voor niets. Dit omdat het zijn woord en van Griensven was tegen het woord van Vrolings en nog zes andere personen.

Wij hoorden de Graaff antwoordden, wij citeren:

"Het doen van aangifte mag altijd en dat doet het goed in de media."

Wij vroegen aan meneer Graaff wat zijn doel is. Wij hoorden hem antwoordden dat hij wil dat de hele beurs opgeheven word. Ook ging hij contact zoeken met de gemeente Houten zodat de beurs de volgende keer niet meer in Houten gehouden kan worden.

Hierop hebben wij, verbalisanten, het gesprek beëindigd en zijn wij samen met meneer Graaff en Griensven de Expohallen uitgelopen.”



Enkele dagen later ziet een van deze twee agenten in het politiesysteem dat Graaff tóch aangifte van mishandeling gedaan heeft. Ze vraagt daarop de brigadier, die als bezoeker het incident meemaakte, zijn ooggetuigeverslag in proces-verbaal vast te leggen. Daarin meldt hij dat van geweld geen sprake was.

Het moge duidelijk zijn dat uit dit alles blijkt dat Graaff een valse aangifte heeft gedaan. En niet alleen dat: in diverse publicaties heeft hij beweerd dat hij bij dit incident mishandeld is. Daarnaast riep hij ook uit dat hij bij de beurs aangevallen zou zijn door leden van de neo-nazistische splintergroepering NVU. Maar ook daar is geen enkel bewijs van.


Geen vervolging?

Het Openbaar Ministerie heeft Graaff nooit vervolgd voor dit misdrijf. Op de vraag waarom niet gaf het OM Midden-Nederland, waar deze zaak onder ressorteerde, geen antwoord.

Ook Arthur Graaff gaf geen antwoord op de vraag wat hem bezielde een valse aangifte te doen.


Bron

proces verbaal PL0900-2016060739
(bevat processen-verbaal uit 2015 en eerste helft 2016, inclusief bewijsmateriaal van Graaffs toenmalige publicaties)

to top of page.